Corneille

Corneille

Luik, Belgie 1922 – 2010 Auvers-sur-Oise, Frankrijk

‘Ellende kan ik voor mijn werk niet gebruiken. Oorlog, daar ben ik niet op gebouwd.’

Guillaume Corneille van Beverloo, beter bekend als Corneille was een Nederlandse schilder en dichter.

jeugd
Corneille werd geboren in het Belgische Luik, als kind van Nederlandse ouders. Als 12-jarige verhuisde hij met zijn familie naar Haarlem.

Corneille wilde kunstenaar worden. Zijn vader was een ingenieur en begreep zijn keus voor de kunst niet. Het besluit om kunstenaar te worden veroorzaakte een definitieve breuk met zijn ouderlijk huis en in 1940 verhuisde Corneille naar Amsterdam.

opleiding
In 1937 volgde Corneille reclametekenlessen in Haarlem en bezocht van 1940-1943 de tekencursus van de Rijksacademie in Amsterdam, waar hij Karel Appel (1921-2006) ontmoette, wat uit zou monden in een levenslange vriendschap.

De Academie interesseerde hem niet omdat hij geen heil zag in het natekenen van ‘witte draperieën’ (de klassieke gipsfiguren).

Aanvankelijk ging Corneille in zijn kunst uit van de realiteit; hij schilderde stillevens, landschappen en figuren. Hij meende er niets van te kunnen: ‘Wij waren experimentele schilders, het experiment gold, niet het fraai afgelikte mooi verzorgde schilderij. Nee, het ging echt om het creatieve gebeuren’.

Na WO II
In 1946 had hij zijn eerste solotentoonstelling in Groningen.
Ook reisde Corneille in 1946 met zijn vriend Karel Appel naar Limburg waar ze mapjes kochten met kunstreproducties van Picasso, Matisse en de schilders van de École de Paris. De invloed ervan op hun werk werd meteen zichtbaar. Maar die invloed duurde niet lang.

reizen
Corneille reisde bijna zijn hele leven de hele wereld rond op zoek naar inspiratie. Sinds 1946 heeft Corneille vele reizen gemaakt naar het verwoeste Budhapest, Hongarije. Corneille ontwikkelde al vóór Cobra, in 1947, zijn mythische mede op de kindertekening geïnspireerde figuratie met uitbundige vrolijke en felgekleurde vormen tijdens dit verblijf in Boedapest. Daar ontdekte hij het werk van Paul Klee (1879-1940), Joan Miró (1893-1983) en de geschriften van de surrealistische dichters en ontmoette de schilder Jacques Doucet (1924-1994).

Onder invloed van deze indrukken begon Corneille vanuit zijn verbeelding te werken en mythen te schilderen. Het bezoek aan Boedapest heeft Corneille’s beeldend inzicht blijvend beïnvloed.

Vanaf 1948 ging hij ook naar Denemarken, Zweden, Algerije, de Nederlandse Antillen. Hij bezocht Tunesie, Soedan, Nigeria, Ethiopië en Kenia Brazilië, Cuba, Mexico en New York. In Italië maakte hij in Albisola keramiek en in Spanje experimenteerde hij met licht en kleur. Overal deed hij indrukken opdie hij in zijn kunst verwerkte. Hij veroverde de wereld met zijn bevlogen fantasie van zonnetempels, overdadige vegetatie en inspiratie uit wereldculturen.

Cobra 1948-1951
In juli 1948 richtte Corneille met Appel en Constant ‘De Experimentele Groep‘ in Holland op, waarbij zich later ook andere Nederlandse schilders en enkele dichters aansloten. Samen organiseerden zij exposities en gaven de tijdschriften Cobra en Reflex uit. Ook werkten zij samen bij het maken van kunstwerken.

In november van datzelfde jaar waren de drie Nederlanders in Parijs samen met Deense en Belgische kunstenaars de medeoprichters van Cobra. Samen met geestverwanten als Appel, Constant, alechinsky, de Deen Asger Jorn en de Belgische Dotremont ondertekende Corneille in 1948 in het Parijse café Notre Dame het CoBrA Manifest van deze avant-gardebeweging.

De naam CoBrA is een acroniem van de hoofdsteden waar de oprichtende leden vandaan komen: Copenhague, Bruxelles en Amsterdam. Dit in het Frans, want dat was de voertaal van de beweging.

Het was de belangrijkste internationale avant-gardebeweging in de kunst van Europa direct na de Tweede Wereldoorlog.

De Cobra-tijd stond voor Corneille vooral in het teken van het experiment. Kunst moest naïef en vooral spontaan zijn. De academische en intellectuele aanpak werd door de Cobra-kunstenaars afgewezen.

Zij lieten zich vooral inspireren door kindertekeningen, primitieve volkskunst en ‘outsider art’, kunst gemaakt door geesteszieke kunstenaars. Deze ‘naïeve’ kunstvorm wordt door kunstcritici gezien als een reactie op de verschrikkingen en willekeur in de Tweede Wereldoorlog.

De kunstenaars van CoBrA werkten voornamelijk individueel. Toch heeft de Cobra-beweging grote betekenis verworven als kunst-en cultuurhistorisch verschijnsel én als oriëntatiepunt voor de betrokken kunstenaars. Cobra was een collectief, interdisciplinair, politiek en sterk literair getinte beweging, die, na de oorlog, gevoelens verbeeldde van felheid, woede, verlangen en eenvoud.

Corneille werkte mee aan het vierde nummer van het tijdschrift Cobra dat in 1949 verscheen bij de eerste Cobra tentoonstelling, in het Stedelijk Museum in Amsterdam.

Langzaam verdween de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog uit zijn werk. Fabelwezens kregen een ander gedaante. De huiverachtige figuren en monsters transformeerden zich tot vrolijke gedaantes.

Parijs
Corneille en Karel Appel verhuisden begin jaren 50 naar Parijs.

Karel Appel keerde begin jaren vijftig Nederland de rug toe, nadat zijn ‘Vragende Kinderen’ in de kantine van het toenmalig stadhuis van Amsterdam onder het behang waren weggewerkt, omdat de ambtenaren er niet rustig hun broodje bij konden eten.

De Nederlandse pers boorde de Cobra-jongens Appel, Corneille, Constant, Jorn en dichters als Montremont, de grond in.

Zo schreef Het Vrije Volk naar aanleiding van hun eerste tentoonstelling in het Stedelijk in 1949: ‘Het zijn knoeiers, kladders, verlakkers‘. Trouw berichtte niet anders.

Corneille nam in Parijs regelmatig deel aan de Salon de Mai. Corneille verbleef met regelmaat ook steeds weer enkele dagen in zijn geliefde Amsterdam.

huwelijken
Corneille leefde in Parijs van 1950 tot 1968 samen met de fotografe Henny Riemens (1928-1993). Het paar trouwde in 1955 te Amsterdam.

Begin ‘48 leerde Henny de latere Cobra-oprichter Corneille kennen en een jaar later nam zij les in fotografie. Henny Riemens maakte in Parijs foto’s die deels gebaseerd zijn op de Nederlandse traditie van de documentaire fotografie. In Amsterdam maakte ze foto’s van Corneille en andere leden van de Experimentele Groep in Holland. In 1954 maakte ze een reportage van Cobra-kunstenaars en anderen die in Albisola in Spanje keramiek maakten.

Haar foto’s dragen bij aan het verankeren van Cobra in de kunstgeschiedenis; Doordat ze veel belangrijke momenten van de Cobra-beweging vastlegde wordt ze ook wel de ‘ooggetuige van Cobra’ genoemd.

Corneille bleef samen met zijn vrouw inspirerende werkreizen maken, naar o.a. Italië, China of Cuba.

Hoewel beiden gescheiden van elkaar leefden – Riemens in het Parijse atelier van Corneille – was Henny de grote liefde van Corneille. Na haar overlijden in 1993 hield Corneille de nagedachtenis van Henny Riemens levend, bijvoorbeeld door na haar dood enkele publicaties van haar werk te financieren.

Henny Riemens, Constant & Corneille, Zandvoort 1949, uit: ‘Ooggetuige van Cobra

Later trouwde hij met Natasja de Laktionoff. Corneille had vele vriendinnetjes, de russische Natasja de Laktionoff wist dat haar man Corneille er maîtresses op na hield. Alleen niet dat het er veel waren, ‘wel vierhonderd‘, is wat Corneille zei..

merchandising
Vanaf de jaren tachtig werd het werk van Corneille onderwerp van grootschalige merchandising. Aanvankelijk was hij een tegendraadse kunstenaar, die de oorlog had verklaard aan de burgerlijkheid, op late leeftijd werd hij geknuffeld door societyminnend Nederland; Het begon met pennen en dassen, later gevolgd door serviesgoed, beddenhoezen, wijnetiketten, horloges, kalenders sieraden, bierblikjes en zelfs op een Corneille-tram.

Corneille tram
De Corneille tram. foto: Rene van Lier.

In alle toonaarden en technieken is Corneille’s werk uitgevoerd – keramisch, in hout of textiel.

In alle gevallen betreft het de ware Corneille met thema’s als zon, maan, kat, vissen, vogels, het kind en per definitie de vrouw in alle bekoorlijkheid. Van vrijgevochten kunstenaar groeide Corneille uit tot merknaam. Een groot deel van de kunstwereld keerde zich van hem af.

Die kritiek raakt me, omdat ze onrechtvaardig is’,’ zei Corneille. ‘’Creativiteit kan overal in schuilen. Waarom zou ik geen pen mogen ontwerpen? Of een das? Picasso en Bracque maakten toch ook vazen, borden en bijoux? Hier in Nederland is het: schilder, blijf bij je ezel! In het buitenland is het heel gewoon dat je je ook eens met iets anders bezighoudt.’

Corneille creëerde een eigen cultuur, die ook brede waardering en een grote verspreiding kreeg.

Zijn in latere jaren massaal verspreide grafiek brengt ten huize van talloze kunstliefhebbers een blij gevoel, zo wílde Corneille het.

Gelijk een tijdloze popster draagt Corneille het maximale bij aan popularisering van het kunstbegrip. Nooit moeilijk-doenerij, verdraagzaam, altijd openstaan met een vriendelijk woord voor allen.

een teruggetrokken leven
De laatste jaren had Corneille zijn atelier in Parijs. Bezoekers werden vrijwel niet gedoogd door de kunstenaar. Corneille leefde teruggetrokken in het Maison du Cedres in het Franse departement Val-d’Oise.

ziekte
Corneille bleef tot op hoge leeftijd tekenen en schilderen, al werd zijn leven geteisterd door een slechte gezondheid en juridisch gesteggel om geld en anders dan vroeger, heeft Corneille het reizen als voedsel voor zijn inspiratie minder nodig. Hij heeft een grote verzameling primitieve kunst tot zijn beschikking.

In 2005 leed hij zo zwaar aan een manische depressie dat hij moest worden opgenomen in een psychiatrische kliniek; Zijn tweede echtgenote Natasja de Laktionoff liet hem onder curatele stellen. Later knapte hij weer op en kon hij weer schilderen.

overlijden
De Nederlandse Cobraschilder overleed op 5 september 2010 op 88-jarige leeftijd in een Frans ziekenhuis, in Auvers-sur-Oise, het Franse stadje ten noorden van Parijs waar ook Vincent van Gogh de laatste drie maanden van zijn leven woonde. Dit was geen toeval; een paar jaar ervoor had Corneille besloten dat hij op hetzelfde kerkhof begraven wilde worden als Vincent.

Zo werd Corneille begraven op de begraafplaats in Auvers-sur-Oise, waar in 1890 ook Vincent van Gogh was begraven.

De dood van Corneille is een groot verlies voor de Nederlandse en de internationale kunstwereld; hij stond aan de wieg van de vrije schilderkunst’, aldus Katja Weitering, artistiek directeur van het Cobra Museum in Amstelveen.

Corneille was een van de belangrijkse na-oorlogse kunstenaars en maakte deel uit van de internationale avant-garde (experimentele voorhoede) in Europa.

exposities, biënnales en prijzen
Zijn werk, waarmee hij internationale bekendheid verwierf is opgenomen in vele collecties en werd geëxposeerd over de gehele wereld. Hij had solotentoonstellingen in onder andere Parijs, Amsterdam, Boedapest, Kopenhagen en Antwerpen.

In 1953 neemt hij deel aan de Biënnale van Sao Paulo en in het volgende jaar aan de Biënnale van Venetië. Ook is hij deelnemer aan Documenta 2 en 3 in Kassel, in 1959 en 1964. In 1956 won Corneille de Guggenheim-prijs voor Nederland. Ridder in de Orde van Oranje Nassau in 1969 en in 2003 werd hij door stichting Kunstweek uitgeroepen tot ‘Kunstenaar van het jaar‘ .

werken
Zijn kunstwerk Au sein de désert, il y a encore de la place pour les yeux (1949) heeft bij een veiling in Kopenhagen (2006) 281 000 euro opgebracht. Nog nooit is voor een van zijn werken een dergelijk bedrag betaald. Corneille heeft ook levensgrote sculpturen gemaakt. Zijn werk Le Bateau de L’espoir werd in 1993 verkocht voor 70 000 gulden en is tegenwoordig een veelvoud van dit bedrag waard.

Volgens zijn woordvoerder Boudewijn Hiltermann waren de drie kunstolifanten voor de Olifantenparade de laatste werken die Corneille voltooide.

De veiling van een van deze olifanten op 13 november 2009 in de Westergasfabriek in Amsterdam leverde 42 000 euro op. Op 9 september 2010 werd zijn laatste kunstwerk, Corneillefant 3, geveild in Emmen.

werk in openbare collecties
Een kleine selectie: Rijksmuseum Amsterdam, Stedelijk Museum Amsterdam, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, het archief van Paul Citroen en het Cobra Museum voor moderne kunst, Amstelveen

In 2007 was een grote overzichtstentoonstelling van zijn werk te zien in het Cobra Museum in Amstelveen.

bron: wikip[edia/cobra-museum.nl/artsalonholland.nl/kunstbus/parool/volkskrant/cultuurarchief.nl/trouw

zie hier de documentaire ‘ Corneille: The King Of Image’ uit 1984, 22 minuten, met veel mooie oude beelden, zeer het bekijken waard.

Overleden na WOIIKunstenaars in Parijskunstenaars in Amsterdam