Lion Schulman

Lion Schulman
door Oscar Laurens Schrover
Hilversum 1851 – 1943 Auschwitz
Lion Schulman is geboren op 27 maart 1851 in Hilversum. In februari 1943 is hij, bijna 92 jaar oud, op transport gesteld en bij aankomst, op 19 februari, in Auschwitz vermoord.
Schulman is een van de kunstenaars van de Larense School. Veel van zijn werken bevinden zich in privé-collecties. Hij heeft voornamelijk romantische landschappen geschilderd, doorgaans bosgezichten. Daarnaast is hij kunsthandelaar geweest. Hij opent zaken in Rotterdam (1890), Hilversum (1894) in Laren (1898). In 1895 organiseert Schulman de eerste grote tentoonstelling van Gooise schilders en slaagt erin – als handelaar – de werken van kunstenaars als Hart Nibbrig, A. Legras en Offermans naar het buitenland te verkopen. Schulman onderhoudt als kunstenaar lange tijd een relatie met de galerie van Hermans Koekkoek de Jonge in Londen. Als handelaar introduceert hij het werk van de kunstenaar J.B. Jongkind in Nederland en exposeert in zijn kunstzaal het oeuvre van de Hongaarse schilder Mancaksky en diens tijdgenoten.1)
Schulman heeft onderwerpen voor zijn schilderijen vooral gevonden in het Gooi en in de Gelderse bossen. Die zijn, vanaf 1840, erg in trek bij de romantische schilders. Het Gooi is ook aangenaam gelegen, in een dal, door een halve kring van heuvelen omgeven, in de nabijheid van ‘fraaie, bosrijke dreven’ waardoor het ‘een lusthof’ lijkt.
Schulman is de zoon van David Schulman, juwelier, en Grietje Spier.2) De juwelier is gevestigd aan de Kerkstraat 24 in Hilversum, en verkoopt horloges, goud- en zilverwerk, pendules, klokken en wekkers. Schulman begint, net als zijn broer Jacob, zijn loopbaan als leerling-juwelier, maar heeft grote belangstelling voor het kunstenaarschap.
Zijn vader David Schulman doet hem in 1866 in de leer bij James de Rijk. Van 1866 tot 1873 werkt Schulman in het schildersatelier van James de Rijk. Dat leertraject past overigens bij de kunstenaars-idealen van die tijd. Kunstenaars willen graag teruggrijpen op de zuiverheid en de utopie van de Nederlandse Gouden eeuw. In Hilversum vallen de kunstenaars op door hun ‘platte fluwelen muts en korte jasjes’. Behalve James de Rijk werken in Hilversum ook de kunstenaar de gebroeders Koekkoek, Kruseman, Danekes, Ravenswaaij, Rentink en P.G. van Os.
Schulman is de jongste en tevens laatste leerling van James de Rijk, met wie hij goed bevriend raakt.3) Een van de eerste werken die Schulman – in 1869 – schildert, is het ouderlijk huis van zijn leermeester Langgewenscht.
Na zijn leertijd bij James de Rijk wendt Schulman zich tot Jan H.B. Koekkoek die hem aanwijzingen geeft. Jan H.B. Koekkoek is de meest veelzijdige schilder van het befaamde schildersgeslacht.4)
In 1876 reist Schulman met Hein Koekkoek, 32 jaar oud, naar London waar ze Hermanus Koekkoek de Jonge bezoeken. De Londense Koekkoek is kunstenaar en kunsthandelaar. Deze reis is het begin van de samenwerking tussen Schulman en de Londonse Koekkoek, die Schulmans Engelse landschappen naar Amerika verkoopt.
In 1877 debuteert Schulman bij Arti [Maatschappij Arti et Amicitiae] met een Goois Landschap – een gezicht op het Ankeveense pad bij Hilversum. Lion Schulman verkoopt – in 1877 – een aantal landschappen en wint tijdens de loting in Arti een groot schilderij van aanzienlijke waarde. De krant De Gooi en Eemlander stelt tevreden vast dat kenners in het werk van de jonge debuterende Schulman een belofte zien voor de toekomst.5)
In 1879 en in 1880 wordt Schulman door een commissie de Koning en Koningin voorgedragen als ‘pensionair’. Deze ‘pensionnaires’ ontvangen een koninklijke subsidie ter hoogte van de jaarwedde van een goed ambachtsman of burgemeester.6)
De Gooi en Eemlander bericht op 8 februari 1879 dat het ‘hoogst aangenaam’ is dat een plaatsgenoot ‘een eer en voorrecht te beurt is gevallen.’ Lion Schulman is ‘uit een groot aantal anderen die daarvoor proeven van bekwaamheid moesten afleggen, uitgekozen voor een koninklijke subsidie. En: ‘Het is een ‘hoge eer’ om ‘Pensionnaire van Hunne Majesteiten de Koning en de Koningin’ te zijn, ‘een krachtige aanmoediging en steun om op de kunstbaan met ijver en toewijding vooruit te streven.’ En: ’Voor de Heer Koekkoek is de benoeming (van Schulman) een vleiende erkenning van waardering voor de zorg en voorlichting, waardoor zijn leerling dit voorrecht is waardig gekeurd’.
In augustus van 1879 hangt de uitgever van de Gooi en Eemlander op zijn kantoor in Hilversum twee Gelderse landschappen van de pensionnaire, ter bezichtiging die zijn geschilderd in de omgeving van Oosterbeek. De krant schrijft bij deze gelegenheid tevreden, dat ‘het ’t gevoelen is, van velen, dat de jeugdige schilder – die deze landschappen schilderde voor de oktobertentoonstelling in Arti – als ‘pensionnaire van Z.M. de Koning en H.M. de Koningin niet stilstaat’. En dat Schulman zijn werk ‘meer volkomen tracht te maken’ en daarin ‘ook slaagt’.
In juli 1879 valt Schulmans werk de recensent op van het Rotterdams Nieuwsblad, tijdens een tentoonstelling ‘met het werk van Levende meesters’ in Haarlem. Deze tentoonstelling is georganiseerd ’ten voordele van het weduwen, wezen- en ondersteuningsfonds Lithografia. Schulman overtroeft met zijn werk, meent de krant, op deze expositie bekendere schilders. “Het ‘groen in het schilderij’ Gelders Landschap aan de Rijn is bijvoorbeeld ‘beter van tint’ dan het groen in het schilderij Nº 73 van de bekende schilder Otto van Thoren: ‘Hongaarse Paarden in de weide’.”
Schulman krijgt ook in 1880 een koninklijke subsidie. Carel Dake, later hoogleraar aan de Rijksacademie en voorzitter van Arti,7) komt ook voor op de lijst van pensionnaires in 1880. De burgemeester van Hilversum zendt in 1880 een schilderij van Schulman naar de verloting, die ‘onder bescherming staat’ van de Koning en Koningin, en is georganiseerd vanwege de ‘noodlijdenden van de watersnood’.8)
Schulman is in 1880 getrouwd met Anna Frank.
Op 39-jarig leeftijd begin Schulman aan zijn zakelijke avonturen. Hij opent in 1894 een kunsthandel aan de Zuidblaak in Rotterdam.9) In 1895 liquideert Schulman deze kunsthandel. Hij laat de schilderijen, etsen en tekeningen veilen in de Brakke Grond, aan de Nes 49, in Amsterdam.10) Zijn broer Jacob Schulman Schulman, juwelier, organiseert hier ook veilingen. 11)
Schulman opent in 1894 in Hilversum aan de Kerkstraat 51, naast de meubelmagazijnen van de Gebroeders Frank, een kunst- en kantoorboekhandel. 12) In 1896 verbreedt de Kunst- en kantoorboekhandel Schulman, in Hilversum, zijn werkterrein. Schulmans winkel is ‘het enig depot van platteelbakkerij Rozenburg’ en verkoopt schildersbenodigdheden, bijvoorbeeld de olie- en waterverf van Claus en Fritz, ook portret- , poësie- en postzegelalbums, stereoscopen, stereoscoopplaten, vreemde postzegels en lijsten. Kunsthandel Schulman biedt ook zijn diensten aan als restauratie-atelier en lijstenmakerij. 13)
Dat Schulman betrekkelijk laat in de kunsthandel stapt, heeft te maken met een aantal factoren: schilderijen die de Nederlandse utopie belichamen zijn juist aantrekkelijk vanwege hun ‘Dutchness’, geïnspireerd door de 17de eeuwse schilderkunst. Andere factoren van betekenis zijn de aankopen van werken van Nederlandse meesters uit de Zeventiende Eeuw door rijke Amerikaanse industriëlen (na 1875), en het verzamelen van schilderijen van de Haagse School en Larense School door Britse én Amerikaanse verzamelaars. De Haagse School wordt in de Verenigde Staten in ieder geval gezien als een (deels impressionistische) voortzetting van de Nederlandse school uit de 17de eeuw. Ook het werk van Schulman grijpt op de ‘Dutchness’ van de 17de eeuw terug.
In Kunsthandel Schulman exposeren schilders van de Haagse en Larense School. 14) In 1910 verkoopt Schulman de ‘grootmeesters’ van de Nieuwe Nederlandse School, zoals Anton Mauve, Johannes Bosboom, Willem Roelofs, Hendrik Weissenbruch, Willem Maris, Theophile de Bock en Willem de Zwart. 15)
In de lokale krant zijn – tussen 1895 en 1910 – regelmatig advertenties verschenen van Kunsthandel Schulman. En korte artikelen, zoals een bericht dat de portretten van H.M. de Koningin en Z.K.H. Prins Hendrik,16) in 1904 in de Hilversumse winkel hangen, op Kerkstraat 53. In 1904 jaar behoort Schulman overigens tot de medeoprichters van een Oranjevereniging in Hilversum.
De winkel van Schulman is daarnaast ook correspondentieadres voor adverteerders van de Gooi en Eemlander.
Schulman organiseert uiteenlopende tentoonstellingen in zijn kunstzaal. Jan Koekkoek exposeert er bijvoorbeeld een aquarel. 17) En in de zomer van 1902 weet Schulman een collectie belangwekkende moderne schilderijen naar Hilversum te halen. In zijn ‘zeer goed verlichte, intieme kunstzaaltje’ van de hangen werken van H.W. Mesdag, Wally Moes, J.H.B. Koekkoek, G.J. Koekkoek en van zijn eigen zoon David. De tentoonstelling is gratis toegankelijk. 18)
Deze tentoonstelling is een bezoek ‘overwaard’, schrijft de redactie van de Gooi en Eemlander. 19)
In 1902 is er in Kunsthandel Schulman een liefdadigheidsexpositie, georganiseerd door de Hilversumse Gymnastiek Vereniging ‘ten behoeve van de concentratiekampen’ (boeren-krijgsgevangenen in Engelse concentratiekampen in Zuid-Afrika). Op deze tentoonstelling hangt werk van Lion Schulman en zijn zoon David.
Op 2 februari 1910, Schulman is dan 59 jaar oud, brandt de kunsthandel volledig uit. Een schoorsteenbrand zet het rieten dak van de winkel in lichterlaaie. De huurders op de bovenverdieping kunnen ternauwernood het vege lijf redden. 20)
Schulman is na de brand nog enige tijd actief als kunsthandelaar. In 1916 verwerft hij een collectie oude schilderijen voor een verzamelaar . Onder de aangekochte werken bevinden zich meesterwerken, o.a. een ‘kapitaal schilderij’ van Murillo, een landschap van Ruysdael en een werk van Dirck Maes. 21) Na de eerste wereldoorlog heeft Schulman – hij is de 65 gepasseerd – zijn activiteiten als kunsthandelaar beëindigd en zich het schilderen toegewijd. 22)
Na het overlijden van zijn vrouw, in 1929, verhuist Schulman naar Amersfoort waar zijn dochter Margot woont met haar man, Willem Willing – journalist van het Amersfoorts dagblad. In Amersfoort neemt Schulman regelmatig deel aan tentoonstellingen van de lokale kunstenaarsvereniging. Ook daar valt zijn werk weer op tijdens een expositie van De Kunstkring. De recensent beoordeelt Schulman schilderij als ‘jeugdig en fris,’ een werk ‘dat menig jong studenten van de akademie tot eer zou strekken’. In Schulman werk is de zon ook ‘altijd een belangrijk element’. 23)
Op zondag 23 maart 1941, herinnert de zondagseditie van Het Algemeen Handelsblad er aan dat Lion Schulman op 27 maart zijn negentigste verjaardag viert. 24) Vele kunstenaars, voorspelt de krant, zullen hun sympathie laten blijken, want door zijn bescheidenheid heeft Lion Schulman vele vrienden naar zich toe getrokken. 25) In 1942 is Schulman nog naar Amsterdam verhuisd. Hij woont er kort in Pension Glück aan de Sarphatistraat 103. Vandaar wordt hij opgepakt en naar Auschwitz gedeporteerd en vermoord.
Oscar Laurens Schrover ©
1) Zie o.a. De Tijd en de Nieuwe Apeldoornsche Courant van 28 maart 1931 bij gelegenheid van de 80ste verjaardag van Lion Schulman.
2) David Schulman, 1823–1889; Grietje Spier (1820–1908)
3) In 1882 overleed James de Rijk. Toen diens weduwe M. de Rijk-van Delden in 1895 overleed, heeft Lion Schulman zorg gedragen voor de artistieke nalatenschap. Hij was verantwoordelijk voor de beschrijving en taxatie van de Rijks schilderijen en diens collectie tekeningen, gravures en etsen, die tijdens een openbare veiling zijn verkocht. Werk van de Rijk bevindt zich o.a. in het Rijksmuseum, Het Rijksprentenkabinet, Teylersmuseum in Haarlem, het Rijksprentenkabinet Leiden en het Goois Museum in Hilversum.
4) Dat Schulman kunsthandelaar en winkelier worden, heeft wellicht te maken met zijn contacten met Koekkoek. De vader van Hein, Marinus Adrianus Koekkoek, heeft schildersbenodigdheden verkocht in Hilversum, voordat hij naar Kleef vertrok.
5) Zie De Gooi en Eemlander van 2 juni 1877, Jaargang 6, nummer 22. p. 1
In tal van biografische artikelen wordt vermeld dat Schulman een koninklijke subsidie ontving in 1875, dat is niet juist. Zijn debuut als kunstenaar vond eerst in 1877 plaats.
6) Zie het Rotterdams Nieuwsblad van 11 februari 1879. Daarin stelt men de schilderende pensionairs van 1879 voor: D. Charlotte van der Kellen, mej. C. van der Hart, P. Haaxman, F.J. Jansen, H.G. Wolbers, Alex Liernur, A. van der Berg, Gesina Vester, R. Lary, Pieter Josselin de Jong, H. Haverman, F. Oldewelt, A.P. La Rivière, J. Klay, Coen Metzelaar, L. Schulman, W. Rip, J. Wijsmuller, E. Witkamp, N. van der Waay, J. Overman, A. Hazelhoff Roelfzema en J.F. Hulk. De koninklijke subsidie bestaat in 1879 kort, is 7 jaar eerder – in 1871 – ingesteld. Vanaf 1872 kunnen jonge kunstenaars werk insturen naar een commissie bij de Maatschappij Arti et Amicitiae. Daar stelt commissie een lijst op met voordrachten die ze aan Koning Willem III voorleggen. Zie ook het Handelsblad van 7 november 1875: ‘Tentoonstellingen van levende meesters’ in Arti et Amicitiae.
7) Zie De Standaard van 3 februari 1880, voorpagina. Negende Jaargang, Nº 2412.
8) Zie De Maasbode, 19 februari 1880.
9) Zie Het nieuws van de dag, 20 oktober 1892.
10) Zie De Telegraaf van 28 september 1895 en het Rotterdams Nieuwsblad van 30 september 1895.
11) Zie onder andere Het Nieuws van de Dag, 24 juni 1905.
Jacob Schulman, eerst juwelier, daarna expert penningen en antiquair maakt ook gebruik van het Veilinghuis C.F. Roos en Co, aan de Brakke Grond, aan de Nes 49 in Amsterdam. Jacob Schulman opent in 1902 een veilinghuis aan de Keizersgracht in Amsterdam.
12) Geopend 13 maart 1894, zie De Gooi en Eemlander, 10 maart 1894.
13) Zie De Gooi en Eemlander 25 juli 1896.
14) Zie De Gooi en Eemlander, 15 september 1906
15) Ook Jacob Schulman verkoopt (veilt) in Amsterdam schilders van de Haagse school.
16) David Schulman presenteert zich in 1904 in Arti, 25 jaar, nadat zijn vader Pensionnaire werd. Na 1904 neemt de bekendheid van David Schulman vooral. Hij behaalt in 1909 de Willink van Collenprijs, en in 1915 de zilveren medaille op de Internationale tentoonstelling in San Francisco.
17) Zie De Gooi en Eemlander, 5 juli 1902.
18) In 1906 beoordeelt een ambtenaar van de gemeente Hilversum dat Kunsthandel Schulman ‘vermakelijkheidsbelasting’ moet betalen. Zie De Gooi en Eemlander, 6 oktober 1906.
19) Zie De Gooi en Eemlander, 2 juli 1904.
20) Zie De Gooi en Eemlander, 2 februari 1910. De verzekering ‘dekte ongeveer de schade’.
21) Zie het Amersfoorts Dagblad en de Eemlander, 27 mei 1916.
22) Zie het Utrechts Volksblad, 27 maart 1941.
23) Zie o.a. Nieuwe Apeldoornsche courant, 27 maart 1941.
24) Schulman woont in Amersfoort aan de Barchman Wuytierslaan 22.
25) Naast dit artikel, het zijn de schaduwen van de oorlog, vinden we uitspraken van dr. T. Goedewaagen, secretaris-generaal van het departement voor Volksvoorlichting en Kunsten. Hij geeft aan wat de vijfledige taak zal gaan worden van de Kultuurkamer.