synagoge
De Portugees-Israëlietische Synagoge
De Portugees-Israëlietische Synagoge van Amsterdam, ook wel Esnoga (Hebreeuws: אסנוגה) of kortweg Snoge genoemd, is een synagoge uit de 17e eeuw die gebouwd werd door de Sefardische Joden. De synagoge ligt aan het Mr. Visserplein en het Jonas Daniël Meijerplein in de voormalige Jodenbuurt van Amsterdam. Toen het gebouwd werd, was het de grootste synagoge ter wereld. Het kolossale gebouw domineerde de omgeving en doet dat eigenlijk nog steeds.
groot synagogencomplex
De Snoge is onderdeel van een groot synagogencomplex. Slechts de Portugees-Israëlietische Synagoge vervult nog haar oorspronkelijke functie. De Grote Sjoel vormt tegenwoordig samen met de Obbene Sjoel (1685), de Dritt Sjoel (1700) en de Neie Sjoel (1750/1752) het Joods Historisch Museum. Het interieur van de Portugees-Israëlietische Synagoge is in tegenstelling tot dat van de Hoogduitse synagogen bewaard gebleven, inclusief de koperen kaarsenkronen en -houders, en dateert nog geheel uit de bouwtijd, wat buitengewoon zeldzaam is.
16e eeuw
De eerste Joden die zich sinds het einde van de 16e eeuw in Amsterdam vestigden, kwamen uit Spanje en Portugal. Aanvankelijk mochten deze Sefardim niet in het openbaar hun godsdienst belijden. In 1639 bouwden de Portugese Joden aan de Houtgracht (het huidige Waterlooplein) voor het eerst een synagoge die vanaf de straat duidelijk zichtbaar was, waarmee een einde kwam aan de periode van onzichtbare huissynagogen. Het zal zeker een rol hebben gespeeld dat de Portugese Joden met hun handelscontacten met de landen rond de Middellandse Zee een belangrijke bijdrage leverden aan de Amsterdamse Gouden Eeuw.
geschiedenis
In de tweede helft van de 17e eeuw werd de Joden toegestaan synagogen te bouwen op markante plaatsen (terwijl tegelijkertijd de katholieken nog verboden werd kerken te bouwen die vanaf de straat als zodanig herkenbaar waren; zie bijvoorbeeld Onze-Lieve-Heer-op-Zolder uit 1661-1663).
De Portugees-Israëlitische Synagoge werd gebouwd op de plaats waar tot de stadsuitbreiding van 1663 de Tweede “Sint Antoniespoort” stond aan de Sint Antoniesdijk. De synagoge kreeg geen begraafplaats in de directe nabijheid; als begraafplaats diende Beth Haim te Ouderkerk aan de Amstel.
Het ontwerp was van de hand van Elias Bouman, die als aannemer had opgetreden bij de bouw van de Grote Sjoel (1670/71) van de Hoogduitse gemeente op het Jonas Daniël Meijerplein, er vlak naast (toegeschreven aan stadsbouwmeester Daniël Stalpaert). Het rampjaar (1672) en een zware orkaan vertraagden de bouw, zodat pas op 10 Av 5435 (2 augustus 1675) de inwijdingsplechtigheden plaatsvonden, die in navolging van de tempelwijding in Jeruzalem acht dagen duurde.
Hoogduitse joodse gemeente
De Hoogduitse joodse gemeente in Amsterdam werd in 1635 opgericht en groeide snel door de toestroom van Asjkenazische Joden uit Oost-Europa. Hierdoor werd in 1670 besloten tot de bouw van een eigen gebedshuis aan de Deventer Houtmarkt, nu het Jonas Daniël Meijerplein. Deze synagoge werd gebouwd door Elias Bouman, die dus later ook de Portugees-Israëlietische Synagoge en het Huis De Pinto bouwde.
typerend voor de Nederlandse tolerante houding.
De bouwstijl is beïnvloed door het werk van de Amsterdamse stadsbouwmeester Daniël Stalpaert. Het gebouw kostte 33.000 gulden, deels bekostigd door een lening van 16.000 die de stad Amsterdam aan de Hoogduitse gemeente verstrekte, deels door het verkopen van zitplaatsen.
Deze zitplaatsbewijzen waren overdraag- en overerfbare stukken. Het gebouw werd ingewijd op 25 maart 1671, de eerste dag van Pesach. Dat het gebouw zo opvallend aan de openbare weg kon worden gebouwd, was een zeldzaamheid in het Europa van de 17e eeuw en wordt uitgelegd als typerend voor de Nederlandse tolerante houding.
uitbreidingingen
Deze Hoogduitse Synagoge bleek al snel veel te klein voor de alsmaar groeiende gemeente. Daarom werden naast de sjoel nog drie andere synagoges gebouwd: de Obbene Sjoel (1685), Dritt Sjoel (1700) en Nieuwe Synagoge (1752).
Als hoofdsynagoge van dit complex werd de oorspronkelijke sjoel Grote Synagoge genoemd. Deze naam is wel enigszins misleidend omdat het qua oppervlakte niet de grootste van de vier synagoges is; de Nieuwe Synagoge werd uiteindelijk groter dan de Grote Synagoge.
De Grote Synagoge werd meerdere keren verbouwd en uitgebreid. In 1776-1777 werd het hoekhuisje vergroot. Er werd ook een voorportaal aangelegd aan de Nieuwe Amstelstraat en ijzeren ramen met glas-in-lood geplaatst. De huidige ingang werd in 1822-1823 gebouwd in neoclassicistische stijl. In 1911-1913 werd een betonnen vloer gestort, een zangersbalkon boven de galerij aan de Nieuwe Amstelstraat-kant aangelegd en ramen met glas-in-lood in de oostmuur geplaatst. De Grote Synagoge was de zetel van de Opperrabbijn, en in die synagoge ging de Oppervoorzanger, geassisteerd door het koor, voor in de gebedsdiensten.
WO II
In september 1943, tijdens de Tweede Wereldoorlog, werd de synagoge op last van de Duitse bezetters gesloten. In de hongerwinter van 1944-1945 werden alle galerijen gesloopt om als brandhout te gebruiken.
Na WO II
Het gebouw, dat door het wegvoeren van de Joden door de Duitsers zijn functie had verloren, werd in 1954 overdragen aan de gemeente Amsterdam en in 1966 grondig gerestaureerd en teruggebracht tot de situatie van 1822.
Joods Historisch Museum
Na een verbouwing van de Grote Synagoge en de drie andere Hoogduitse synagoges werden ze in 1987 in gebruik genomen door het Joods Historisch Museum. Sinds 2004 is op de begane grond van de Grote Synagoge een vaste tentoonstelling te zien over Joodse tradities en gebruiken, en worden de galerijen gebruikt voor een vaste tentoonstelling over de geschiedenis van de Joden in Nederland van 1600 tot 1890. De Grote Synagoge wordt soms ook gebruikt voor muziekconcerten.
bron: wikipedia