Leo Pinkhof

Leo ‘Leonard Jehoeda’ Pinkhof
Amsterdam 1898 – 1943 Sobibor, Polen
graficus, illustrator, glasschilder, wandschilder, schilder, tekenaar, etser, lithograaf, vervaardiger van houtsnedes, tekenleraar
gezin
Leo ‘Leonard Jehoeda’ Pinkhof werd op 19 juni 1898 geboren in Amsterdam. Zijn vader was een vooraanstaande arts en zijn moeder pianolerares. In het gezin stonden de joodse religie en het zionisme centraal. Ook werd grote waarde gehecht aan intellectuele vorming en kunstzinnige vorming. Een van zijn zusters was de bekende schrijfster Clara Asscher-Pinkhof. Zij schreef o.a. Joodsche kinderliedjes, Van twee joodsche vragertjes, Rozijntje en Rozijntje van huis waarvoor haar broer Leo de illustraties heeft gemaakt.
opleiding
Vanaf 1915 volgde Leo een opleiding aan de Rijksschool voor kunstnijverheid in het Rijksmuseum. In 1919 slaagde hij voor het toelatingsexamen van de Rijksacademie waar hij al gauw bekend stond als “Leonardo da Pinkie”.
Den Helder
Leo maakte de opleiding niet af omdat hij in Den Helder werd aangesteld als leraar technisch tekenen aan de Ambachtsschool. Tevens werd hij actief in de Joodse gemeenschap, onder meer als voorzanger in de synagoge. Hij zou vrijwel zijn hele leven in Den Helder verblijven.
plaquette
Er is nog in 2017 een plaquette op de muur van de voormalige woning van Pinkhof geplaatst om hem te herdenken; Rabbijn Jacobs en Helderse burgemeester Schuiling onthulden deze; “Wij hebben nog nooit zo lang na de bevrijding het initiatief genomen om in Den Helder onze Joodse medeburgers te herdenken”. De artistieke productie van de kunstenaar werd hierbij geroemd; “Nog steeds komen wij boekjes, schilderijen en tekeningen van deze man tegen.”
lidmaatschappen
In 1925 stond Leo Pinkhof samen met anderen aan de basis van de kunstenaarsvereniging Noorderkunstkring. Tevens was hij dertien jaar voorzitter. Het doel van de vereniging was het bevorderen en ontwikkelen van de beeldende kunst. Een doel dat nog steeds wordt nagestreefd. In Amsterdam was hij ook lid van kunstenaarsvereniging De Onafhankelijken.
veelzijdig
Naast zijn werk als leraar was hij ook actief als illustrator, hij maakte o.a. voor de Heldersche Courant illustraties voor de zaterdagbijlage. Pinkhof was ook ontwerper van drukwerk zoals boekomslagen en de in die tijd populaire boekleggers en Ex Libris, prentjes die aangeven aan wie een boek toebehoort. Pinkhof maakte toegepaste kunst, zoals bijvoorbeeld de glas in lood ramen voor synagogen in Amsterdam, Groningen en Den Haag, en werkte als vrij kunstenaar, waarin hij traditioneel en zuiver realistisch werk maakte.
In de synagoge Jacob Obrechtstraat te Amsterdam hangt een fraai geborduurd kleed voor de Heilige Arke, in de stijl van de Amsterdamse School.
huwelijk
In 1927 trouwde Pinkhof met Betty Koekoek. Zij kregen vier kinderen.
Tweede Wereldoorlog
Toen in 1940 de oorlog uitbrak raakte Pinkhof zijn baan kwijt; hij werd op wachtgeld gesteld omdat Joden niet langer voor niet-joodse instellingen mochten werken.
De Joodse docent raakte in november van dat jaar zijn baan op de Ambachtsschool kwijt en moest de stad uit omdat Joden ook niet meer in de strategisch belangrijke kustzones mochten wonen.
bordeel
Na het gedwongen vertrek van het Joodse kunstenaarsgezin Pinkhof uit Den Helder hebben de Duitsers hun woning aan de Soembastraat 7 in gebruik genomen als bordeel voor militairen van de Wehrmacht.
De Wehrmacht maakte van die woning een “puff” zoals de Duitsers een bordeel noemen. Er was ook een militair bordeel aan de Weststraat 85. Het heette “Zum blauen Maus”. Bekend is dat gevorderde woningen werden benut als bordeel voor officieren. Die hoefden dan niet met hun ondergeschikten naar dezelfde “puff”.
Oudesluis
Het gezin verhuisde naar Oudesluis, een dorp tussen Anna Paulowna en Schagen, waar bovenmeester Jippes onderdak bood en Pinkhof lesgaf in het Joods Werkkamp in de Wieringermeer.
Amsterdam
In 1941 ging de familie naar Amsterdam. Pinkhof vond een baan aan de A.B. Davidschool te Amsterdam, maar na twee maanden werd de subsidie voor de joodse school ingetrokken. In Amsterdam werd hij ook weer actief in de Joodse gemeenschap. Daarnaast pakte hij zijn werkzaamheden als artiest en ontwerper weer op.
Lange tijd heeft Pinkhof gehoopt dat hij van de Duitsers naar Palestina mocht emigreren. Hij beschikte over papieren die recht gaven op emigratie, in het geval van een gevangenenruil met de geallieerden.
overlijden
In 1943 bleek dat ijdele hoop te zijn. Na een tweede gedwongen verhuizing binnen Amsterdam werd het gezin in 1943 naar Westerbork gevoerd en daarna naar het vernietigingskamp Sobibor gestuurd waar ze werden vermoord.
bron: rkd artist/ joods monument / Nord – Rebel, mijn hart. Kunstenaars 1940-1945, Amsterdam blz. 159.